Bij het overlijden van Peter van Straaten: ‘Mijn werk is gebaseerd op bange vermoedens’.
Peter van Straaten ontving in 2011 een eredoctoraat van de Universiteit Leiden. Uit het persbericht destijds: Zijn werk herinnert de moderne, technologisch verwende, wetenschapper eraan dat observatie van gedrag met het blote – maar getrainde – oog de onmisbare basis is voor de psychologie.
Hieronder de laudatio:
Laudatio bij de toekenning van het doctoraat honoris causa aan Peter van Straaten.
Voor een laudatio die betrekking heeft op een carrière van 53 jaar, is drie minuten spreektijd niet overdreven lang. Temeer daar uw carrière gekenmerkt is door een grote productiviteit en ook de laatste jaren zo vitaal en interessant is als ooit. Het verbaast dan ook niet dat prijzen en andere blijken van erkenning u al vaak ten deel zijn gevallen. Vandaag krijgt uw werk een bekroning die, als u hem al niet de mooiste vindt, dan toch de meest onverwachte: een eredoctoraat. Het promotiereglement van de Universiteit Leiden voorziet, net als dat van andere universiteiten, in de mogelijkheid een eredoctoraat toe te kennen aan niet-wetenschappers, indien hun werk het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek op bijzondere wijze heeft bevorderd. De praktijk aan deze universiteit verschilt echter van die van andere universiteiten in het feit dat dit type eredoctoraat bijna nooit wordt verleend. Voorwaar dus een uitzonderlijke toekenning. Het doctoraat wordt u toegekend vanwege de maatschappelijke betekenis van uw werk en vanwege de bijdrage die u met uw werk heeft geleverd aan wetenschappelijk onderwijs in uiteenlopende vakgebieden. Uw columns, verhalen en politieke tekeningen vatten op briljante wijze de tijdgeest. Tegelijkertijd portretteren uw tekeningen op een tijdloze manier de condition humaine en getuigen van een groot psychologisch inzicht. Uw tekeningen zijn snapshots van menselijke interacties, precies op het juiste moment stilgezet om de crux van een verschijnsel te tonen en ook een emotioneel effect te bewerkstelligen. Gelijktijdig humor en wrangheid, verrassing en herkenning. De tekeningen zijn geregeld zeer behulpzaam om de essentie van een verschijnsel uit te leggen. Het emotioneel effect werkt als geheugensteun, wat de bruikbaarheid voor onderwijs verder verhoogt. Dit is gebleken uit het veelvuldig gebruik van uw tekeningen in wetenschappelijke presentaties en in het academisch onderwijs. Uw tekeningen waren een essentieel onderdeel in verscheidene leerboeken en populair-wetenschappelijke boeken, onder meer betreffende de argumentatieleer, psychologie, arts-patiëntrelatie en psychiatrie.
Om een vergelijking te maken die u mogelijk zal aanspreken: psychopathologie is net porno. Een Amerikaanse advocaat wilde ooit bepleiten dat zijn cliënt geen porno had verspreid, zoals de aanklacht luidde, maar erotiek. De rechter zag dat een definitie hem niet veel verder zou helpen en onderbrak de advocaat met de woorden: laat meteen maar zien die plaatjes, I’ll know it when I see it. Zo is het met psychopathologie ook: moeilijk in een scherpomlijnde definitie te vatten, but you know it when you see it – als je tenminste geleerd hebt waarop je moet letten.
Amerikaanse rechters kunnen wegkomen zonder definities, wetenschappers niet. Studenten moeten leren beargumenteren waarom het ene verschijnsel als normaal wordt beoordeeld en het andere als een teken van ziekte. In de studie geneeskunde wordt dat opvallend vaak gedaan met behulp van atlassen – boeken met plaatjes en korte onderschriften. Het is geen toeval dat hier de decaan van de faculteit geneeskunde naast u staat. Er zijn atlassen voor anatomie, voor dermatologie, cardiologie en neurologie. Maar nog niet voor persoonlijkheidsleer, psychologie of psychiatrie. Een atlas voor neuro-anatomie biedt geen enkel houvast voor het begrip van menselijk gedrag en interacties. Met uw verzameld werk komt een atlas van de menselijke psyche wèl binnen bereik.
Prof. dr Willem van der Does, promotor
mede namens Prof. dr Eduard Klasen, decaan
Leiden, 8 februari 2011
In zijn dankwoord zei Van Straaten onder meer dat hij zeer vereerd was maar dat hij zich niet als wetenschapper wil afficheren:
‘Ik weet eigenlijk niets. Mijn werk is gebaseerd op bange vermoedens’.