Verkiezingen 2017: Nederland aan de beurt

In mei en september jl. voorspelde ik een overwinning van Trump op grond van het verschil in psychologisch vernuft tussen zijn campagne en die van Clinton. In Nederland lijkt op basis van zo’n analyse een tweestrijd VVD – PVV aanstaande, die ten koste zal gaan van bijna alle andere partijen.                                

Ergert u zich ook aan de ‘feitenvrije debatten’ in de politiek de afgelopen jaren? Sommige politici grossieren hierin. Ze roepen dat de wereld steeds onveiliger wordt, bijvoorbeeld. De factcheckers draaien overuren en tonen aan dat de wereld steeds veiliger wordt. Ook in Nederland dalen de misdaadcijfers, maar het maakt niet uit. Het voelt onveiliger.slide1          Illustratie © Peter van Straaten.

Dit is de paradox: feitenvrije politiek is grotendeels resistent tegen wetenschappelijke gegevens, maar ook het gevolg van wetenschappelijk onderzoek. Namelijk, van onderzoek waaruit blijkt dat de invloed van feiten op stemgedrag gering is. Sommige partijen hebben dat beter begrepen dan andere: kiezers stemmen op gevoel. Gevoel bij de partij, gevoel bij de lijsttrekker. Dat is niet iets van de laatste tijd, feiten hebben nooit een rol van betekenis gespeeld. Ook u stemt op gevoel, ook al denkt u van niet.

Stemmen op gevoel
In maart mogen we weer stemmen en velen van ons zullen een kieskompas invullen. We kruisen aan in hoeverre we het eens zijn met allerlei standpunten en we geven aan welke thema’s het zwaarst wegen. Dan drukken we op ‘verzenden’, zien het stemadvies en denken: ‘Dat kan niet waar zijn’. Hup, overnieuw. Tot het advies beter ‘past’.

De emotie die stemgedrag het sterkst beïnvloedt is angst. Daarom werkt het goed om de wereld als bedreigend en de tegenstander als zwak af te schilderen. Kiezers die bewust of onbewust angstig zijn, stemmen op de sterkste leider, ook al is het een botte boer. Of je angstig bent, kan subtiel of minder subtiel beïnvloed worden.

Beïnvloeding
Subtiele beïnvloeding gaat als volgt. Stel, ik geef een groep mensen een vragenlijst over allerhande onderwerpen. Ergens halverwege wordt gevraagd of u orgaandonor bent en waarom. Bij de helft van de respondenten is deze vraag echter vervangen door een heel andere vraag. Verderop wordt ieder gevraagd naar de politieke voorkeur van dat moment. De mensen die net aan hun sterfelijkheid zijn herinnerd blijken gemiddeld conservatiever te stemmen dan de tweede groep. Een gegeven waarvan de regering Bush rond de verkiezingen in 2004 dankbaar misbruik heeft gemaakt, via verdacht getimede verhogingen van de terreur-alarmfase. De aanslagen in Europa de afgelopen jaren zullen ervoor zorgen dat we overal betere uitslagen voor rechts-conservatieve partijen zullen zien dan we gewend zijn – ook als de peilingen dat tevoren niet aangeven.

Minder subtiele beïnvloeding gaat via karakteraanvallen, waarbij politici hun tegenstander als zwakkeling wegzetten. Veel politici zijn geneigd terughoudend te reageren op een karakteraanval. If they go low, we go high. Een begrijpelijke reactie, want terugslaan draagt het risico in zich van escalatie. Als je niet oppast ontaardt het uiteindelijk in een toestand als de Amerikaanse politiek, waar partijen vooral nog bezig zijn de andere partij te dwarsbomen. Het vervelende van de high road is echter dat hij eindigt in een verkiezingsnederlaag. Niet terugslaan bij een onterechte aanval geeft namelijk nog een andere boodschap af: ik sla niet terug als ik onheus word bejegend. Dat laatste is in Nederland al een probleem, in de VS betekent het dat je onverkiesbaar wordt.

Karakteraanvallen
De Amerikaanse verkiezingen van 2016 waren nietsontziend, harder en onbeschaamder dan ooit tevoren en hebben de grootste agressor beloond met het presidentschap. Met dit voorbeeld doen Nederlandse lijsttrekkers er goed aan zich voor te bereiden op een snoeiharde campagne. Als Wilders echter in één ding gelijk had in de rabiate verklaring die hij onlangs in zijn rechtszaak mocht afleggen, dan is het wel in zijn constatering dat zijn collega’s hem niet aankunnen.

Veel tegenstand heeft Wilders dus niet te verwachten, hoewel Mark Rutte onlangs van zich deed spreken door hem een ‘hypocriete zielepiet’ te noemen. Als hij dit volhoudt, zou het kunnen werken. Het is de strategie van Trump, die zijn tegenstanders uitschakelde met welgekozen bijnamen: low energy Bush, lying Ted, crooked Hillary. De bijnamen waren goed gekozen omdat er een kern van waarheid in zat. Dat is een voorwaarde om de bijnaam ‘kleefkracht’ te geven, hij moet opvallend zijn en herkenning oproepen. Bush veranderde ter plekke van een bedachtzame in een trage politicus. Een bijnaam die kleeft zet bovendien een val waar moeilijk aan te ontkomen is. Het was voortaan onmogelijk Bush te zien zonder aan de bijnaam te denken, ook wanneer – of juist wanneer – hij energieker probeerde over te komen. ‘Crooked Hillary’ legde een vruchtbare bodem voor ieder nieuws over emails dat onvermijdelijk zou komen.

Opmerkelijk genoeg is Trump’s strategie door geen van zijn tegenstanders overgenomen. Clinton had haar kapitale blunder met de basket of deplorables kunnen herstellen door zich niet alleen te excuseren maar te zeggen dat ze haar pijlen op het verkeerde doel had gericht. Deplorable Donald – leuke alliteratie, meer dan een kern van waarheid – had kunnen werken.

Het is trouwens ook de strategie van Wilders. Ook hij heeft tegenstanders uitgeschakeld met bijnamen: knettergek voor Ella Vogelaar, schoothondje voor Job Cohen, miezerig mannetje voor Alexander Pechtold. De een effectiever dan de ander, maar niet zulke voltreffers als Trump lanceerde.

‘Zielepiet Wilders’ is voor zover ik weet de eerste poging in deze richting om Wilders te bestrijden. Het zou kunnen werken maar waarschijnlijk is een ‘pakkender’ bijnaam nodig. Bovendien dient het eindeloos herhaald te worden en het is de vraag of Rutte daartoe zal willen of durven overgaan. Veel steun van andere fractieleiders hoeft hij daarbij niet te verwachten.

Prognose
Op basis van deze eerste schermutselingen denk ik dat de komende verkiezingsstrijd Rutte en Wilders de meeste persoonlijke aanvallen zullen lanceren en dat beiden daarvan zullen profiteren. Beiden zullen ook profiteren van het feit dat angst de overheersende emotie zal zijn in deze campagne. Beiden zijn ook het sterkst in de debatten en een onderlinge strijd zal strategisch stemmen uitlokken. Dat gaat ten koste van andere partijen, die daardoor lager zullen scoren dan nu gepeild.

De retorische kwaliteiten en de killersmentaliteit van Wilders zorgen voor verdere groei. Ook het verschijnen van Denk zal de PVV stemmen opleveren. Een zwak punt in de PVV campagne is het ontbreken van een partijkader. We hebben werkelijk geen idee welke vrouwenmeppers, oplichters en brievenbusplassers we nu weer in het parlement zullen halen als we op Wilders stemmen, laat staan wie er namens hem eventueel minister moet worden. Dat zal een rem kunnen zetten op de groei van de PVV. Het is echter maar zeer de vraag of zijn tegenstanders dat punt voldoende zullen durven uitbuiten.

Op basis van deze psychologische analyse komt ik tot de volgende voorspelling voor de verkiezingsuitslag:

PVV 44 zetels, VVD 40; PvdA 16, CDA 12 zetels; SP en GroenLinks rond de 8 zetels; D66, PvdD, 50Plus, CU, SGP, VNL en Denk: 2 tot 6 zetels.

Ter vergelijking de zetelverdeling volgens peilingwijzer op 20 november:
PVV 29; VVD 27; PvdA 12; CDA 15; SP 14; GroenLinks 12; D66 15; PvdD 4; 50Plus 10; CU 6; SGP 4; Denk 1; VNL 1.



Comments are closed.