Selectie in hoger onderwijs

De rector magnificus van de Universiteit Utrecht pleit voor meer selectie en hogere collegegelden (NRC, 11/1: Hoger Onderwijs Daar Hoort Echt Niet Iedereen In). Mijns inziens is met name selectie dringend gewenst, de negatieve bij-effecten daarvan ten spijt. Dit is niet alleen nodig omdat de rijksbijdrage per student sterk is gedaald. Het fnuikende van het systeem is dat de overheid financiert op marktaandeel. Als iedereen groeit, wordt het bedrag per student vanzelf kleiner. Dit houdt de begroting van OCW onder controle, maar zorgt bij universiteiten voor angstig beleid en ‘perverse prikkels’. Voor Psychologie bijvoorbeeld, dat toch al niet lijdt onder gebrek aan studenten, starten steeds meer universiteiten een Engelstalige bachelor. Dat is een goed idee, ware het niet dat de opleidingen zijn verengelst in anticipatie op dalende Nederlandse studentenaantallen, niet zozeer uit kwaliteitsoverwegingen. Anders was er wel een numerus fixus om een minimale kwaliteit te garanderen. Geen numerus fixus betekent ook geen selectie. Iedere scholier met VWO (of HAVO en een jaar HBO) en elke buitenlandse scholier met een op papier equivalent diploma moet worden toegelaten. Hoewel er al voldoende studenten rondlopen die eigenlijk niks te zoeken hebben op een universiteit, hebben Nederlandse psychologie-opleidingen de afgelopen tijd successievelijk hun fixus ingeleverd – als ze die al hadden – uit angst voor een dalend marktaandeel. Studeren in Nederland is goedkoper en minder selectief dan in veel andere landen en onze universiteiten hebben een uitstekende reputatie. Te verwachten is dus een verdere toename van het aantal studenten Psychologie in Nederland, een verdere daling van het budget per student en een afbrokkelende reputatie.

(Ingezonden brief in NRC en NRC Next van 16 januari 2017)

 



Comments are closed.