De bondscoach, de bachelor en een depressie

Heeft de bondscoach nu al een depressie? Ik hoor hem zeggen hoe tevreden hij is met de oplossing van zijn keepersprobleem, maar mijn buitenlandse studenten, die de man niet kennen en hem ook niet verstaan, denken dat ze een depressieve patiënt gedemonstreerd krijgen. Met deze wetenschap moet ik Oranjefans waarschuwen voor een moeizame kwalificatiereeks. Als twee gelijkwaardige teams tegen elkaar spelen, wint namelijk het meest optimistische.

Hoe bepaal je of teams gelijkwaardig zijn, en welk team optimistisch is? Voor de eerste vraag wend je je tot de Amerikaanse competities. Geobsedeerd met ratings als ze zijn, hebben Amerikanen van elke honkbal- en basketbalspeler exact vastgesteld hoe goed hij is in elk aspect van het spel: hitting average, on base percentage, etc., etc. Voor de tweede vraag pluis je de sportpagina’s na op commentaar van spelers en coach na een nederlaag. Als daarin pessimisme doorklinkt – ‘we falen nu eenmaal op belangrijke momenten’ – is de kans om de volgende wedstrijd te winnen aanzienlijk kleiner dan wanneer optimisme doorklinkt – ‘de tegenstander was toevallig in bloedvorm’. Nu weet u dus waarom Ruud Gullit als coach geen contract uitdient.

Laten we overgaan op een vrolijker onderwerp. Die buitenlandse studenten, dat is nu een aspect van de BaMa-operatie dat goed is uitgepakt. Ze zijn gekomen, en in de regel zijn ze buitengewoon leergierig. Omdat ze niet eindeloos de tijd hebben, hebben ze het systeem op scherp gezet en is het rendement verhoogd. Jammer voor hen – zo lazen we vorige week in Mare – wordt hun masterdiploma in eigen land niet erkend. Allemaal de schuld van Vlaamse bureaucraten, was de portee van het artikel. Verontwaardigde reacties werden opgetekend, maar ik ben bang dat die Belgen heus niet dom zijn, en erachter zijn gekomen dat één jaar korter is dan twee jaar. Ook Grieken en Duitsers krijgen hun Leidse psychologiediploma niet zomaar erkend. Sommigen doen om die reden twee masters.

Zo zullen we nog wel enige jaren geconfronteerd blijven met de gevolgen van een defensieve en visieloze invoering van de BaMa. Acht jaar na dato is Leiden toe aan het inrichten van een university college. Helaas niet universiteitsbreed, maar voor een beperkte groep, op veilige afstand in Den Haag. Beter dan niks hoor, maar het hele probleem is dat we denken dat de master belangrijk is. Not so. Belangrijke graden zijn de bachelor – waarmee in de VS drie kwart de arbeidsmarkt opgaat – en de PhD. De master is belangrijk als het een academische beroepsopleiding is (zoals MBA, MD), en anders is het een betekenisloos tussenstation van het PhD traject – een uitstroommoment voor wie een PhD bij nader inzien te zwaar is. En wij maar glossy folders drukken voor een losers’ degree.

Ik zou over een vrolijker onderwerp beginnen, maar ga toch maar even door. Laten we toch al het geld dat we voor onderwijs krijgen in de bachelor stoppen en daar een uitdagende en intensieve opleiding van maken, die academici aflevert die aantrekkelijk zijn voor elk bedrijf of ministerie. Masteropleidingen moeten zichzelf maar bedruipen, en dus een forse investering van studenten vragen. Dat is realistisch als ze die investering vrij snel kunnen terugverdienen. Voor juristen, medici, psychotherapeuten en bedrijfskundigen lijkt me dat geen probleem. Voor de toplaag zijn er PhD programma’s, die ondersteund kunnen worden met de gelden die er nu voor AIOs zijn.

Als ik ten slotte nog een geheim mag verklappen, die Belgen hadden er eigenlijk beter aan gedaan om moeilijk te doen over onze oude doctoraalprogramma’s. Voor de opleiding psychologie tenminste, geldt dat de combinatie van ons bachelor- en masterprogramma beter is dan het vroegere ongedeelde doctoraal. Dat wil zeggen, totdat een visitatiecommissie zich ermee ging bemoeien. Hoe dat zit, leg ik u een volgende keer uit.



Comments are closed.